Geschiedenis
Glasses

Ontdek het verhaal achter Rio Club

We schrijven anno 1913. In de Stationsstraat nummer 6 in Sint-Katelijne-Waver bouwt bakker Neeus een feestzaal naast zijn bakkerij. Hier ontvangt hij een aantal keren per jaar de dorpsbewoners voor een avondje dansen ter gelegenheid van een dorpsfeest. Hij doopt de zaal onder de naam 'De Volkslust'.

Ongeveer 90 jaar later, na de Rock-'n-roll, de beatpop, de disco en de new beat, staat op dezelfde plek danscafé Rio. Dezelfde familie achter het roer met hetzelfde uitgangspunt: een avondje plezier bieden aan de jeugd. De muziek is veranderd, er zijn laserstralen en een videowall bijgekomen en het volk loopt er wat extravaganter bij, maar de filosofie van Rio Club is nog steeds hetzelfde. Voor ons een mooie gelegenheid om een overzicht te geven van 100 jaar uitgaan.

Discotheken, dancings en danszalen zijn eigen aan Vlaanderen, maar dat ze meer dan 105 jaar overleven is iets anders. Discotheek Rio is begonnen als een 'dorpsdancing', maar groeide uit tot een volwaardige discotheek met kwaliteitsmuziek en -dj's, visuele aspecten (lasers, een videowall en een draaiende dansvloer) en een uitstraling over gans de streek. Een megadancing zal Rio nooit worden, en dat is maar goed ook, want de ambiance-sfeer die er altijd heeft gehangen, is nog steeds één van de uithangborden van de zaak.

De Rio heeft in zijn 100 jaar bestaan generaties zien passeren, trends zien komen en gaan en muziekstijlen overgenomen en gevolgd. Hieronder volgt een overzicht van het uitgaansleven in Vlaanderen beschreven, aan de hand van de geschiedenis van één van de monumenten in de Vlaamse discothekenwereld.

1910-1950: Als er in die tijd wordt gefeest, dan doet gans het dorp mee. Kermissen, jaarbals, fanfarevieringen, noem maar op. Echte dancings zijn er nog niet veel, behalve in ’t stad. Het gaat meer om feestzalen, vaak achterin een café, die worden opengesteld wanneer het dorp feestvierde. Opa en oma dansen in die tijd op een foxtrot, polka of charleston en plakken aan elkaar op de tonen van een wals of een tango. De muziek wordt gespeeld door plaatselijke orkestjes, sporadisch aangevuld door enkele 'streekhelden'. Soms wordt er gebruik gemaakt van een Decaporgel, waar de klanten een muntstuk moeten ingooien. Een soort van jukebox, zeg maar.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt er gelukkig af en toe nog eens gefeest, de bezetting is niet zo drukkend als die van in de jaren ‘40 tot '45. Die Tweede Wereldoorlog legt het uitgaansleven in Vlaanderen echter steviger aan de band (de occasionele 'Bier-und-Wurst'- feestjes van de Duitse bezetters niet meegeteld).

In 1911 zet Louis Neeus een danstent op tijdens de kermis in Sint-Katelijne-Waver. Zo zet hij de eerste stap naar een volledige en permanente dansgelegenheid, die er komt in 1913. Hij doopt de zaal 'De Volkslust', waar er regelmatig bals worden georganiseerd. Ook in 'De Volkslust' maakt men gebruik van een Decaporgel. Grootvader Neeus staat dan in een hoek van de dansvloer in een kleine kassa en laat na elke dans 1 cent dansgeld ophalen. Roept men 'halve', dan wil men twee dansjes voor de prijs van één. Er werd in die tijd niet zo vaak gefeest als nu, maar wel even hevig en soms nog heviger dan nu. Tijdens de legendarische teerfeesten drinkt en eet men vier dagen lang.

Rond de jaren '30 wordt het interieur van de zaak grondig aangepakt, met zithoeken en zetels, en wordt er een parketvloer aangelegd. In 1946 komt er een eerste grote verandering, wanneer een stuk van de gevel wordt hermetst en in een gele kleur geverfd werd. Voor de eerste keer is er sprake van dancing Rio (en wel degelijk in neonletters).

1950-1970: Meer en meer zien we dat dancings een vaste openingsdag krijgen (meestal 's zondags) en mensen op regelmatige basis beginnen uitgaan in dansgelegenheden. De muziek wordt niet alleen meer verzorgd door de plaatselijke orkestjes, ook meer en meer 'bekende' Vlaamse artiesten zakken af naar de dancings om er hun grote hits te brengen. Namen als Bob Benny en Ray Franky zeggen je waarschijnlijk niets, maar je grootouders weten ongetwijfeld over wie we het hier hebben. De invloed van de muziek uit de Verenigde Staten werd onvermijdelijk en algauw heerste de Rock-'n-roll op de dansvloer.

Leren vestjes, motorfietsen en vetkuiven heersen in het nachtleven. Groepjes met illustere namen als Clark Richard and his Tropical Stars, Rycky Morvan and the Fens en anderen staan op de podia in dancings. Langzaamaan komt ook het Vlaamse lied naar buiten, en beginnen artiesten als Will Tura, Willy Sommers, Louis Neefs en Jimmy Frey aan hun carrière.

Eind jaren '60, wanneer de eerste popgroepjes à la Beatles duiken op in dancings en discotheken, duikt er een nieuw fenomeen op: de dj. Begonnen als opvuller van de lege momenten tussen de optredens, wint hij meer en meer aan belangrijkheid. Om uiteindelijk vanaf midden jaren '70 alleen verantwoordelijk te zijn voor de muziek in dancings. Optredens worden vanaf dan eerder beschouwd als een extra iets.

Ook de Rio deelt in de grotere belangstelling van de jeugd om elk weekend naar een vaste plek te trekken om er te dansen, drinken en plezier te maken. De dancing was bijna wekelijks op zondag geopend voor optredens, maar na verloop van tijd werd ook zaterdag een vaste openingsavond.

De wet bepaalt in die tijd dat men 18 jaar moet zijn om een lokaal te mogen betreden waar alcohol geschonken werd. Maar daar passen veel dancings, en dus ook de Rio, een handige mouw aan. De wet geldt niet wanneer het gaat om bals, van party's werd toen nog niet gesproken. Dus is elk bal of feest in de Rio ten voordele van één of andere vereniging. Ook het fenomeen dj's maakt in de Rio haar intrede. Jos Baudewijn is de eerste echte full-time dj tot 1975.

1970-1990: Alhoewel in vele dancings de optredens nog steeds een grote attractie vormden, begint de dj meer en meer aan belang te winnen. Vele dancings worden meer en meer een begrip voor de jeugd, ze krijgen een naam. Zoals steeds volgden de dancings de trends van het moment, zodat al vlug in vele Vlaamse 'clubs' de opkomende glittersfeer van het discotijdperk werd overgenomen. Spiegelballen, lichtshows en vooral de muziek. Disco heerst en dat wordt geweten.

De trend van hoe een discotheek er gedurende al die jaren, en in feite tot eind jaren '80 zal uitzien, is gezet. Een dansvloer in het midden, zetels en tafeltjes rondom, spots en nadien lasers, luide muziek gespeeld door een dj, portiers en vooral veel dansen. De grote verandering is in feite te wijten aan een nieuw en opkomend muziekgenre dat door de Belgische uitgaanswereld raast en veel, zoniet alles, veranderde: de new beat.

Elektronische muziek is geboren. Housetempels openen de deuren, dj's krijgen een naam en jongeren uit alle hoeken van het land trekken naar discotheken om hun favoriete muziek te horen en erop te kunnen dansen. Voor het eerst begint men te spreken van een heuse discotheekcultuur in Vlaanderen.

Overal duiken nieuwe clubs op en allen volgen ze een welbepaalde muziekstijl. Techno, house, commerciële dance, … maar voor Rock-'n-roll is er geen plaats meer. Met de komst van meer discotheken duiken ook enkele maatschappelijke fenomenen op: drugs en weekendongevallen zijn niet meer weg te slaan in de media en de fervente discotheekganger ziet zich langzaam maar zeker deel uitmaken van een subcultuur binnen de jongeren. Discotheken zijn niet meer legio voor iedereen, enkel voor een grote groep jongeren.

Ook dancing Rio volgt de trends, en verandert het interieur naar de normen en de trends van het ogenblik: de glitter en de disco. Nog steeds pakten wij regelmatig uit met optredens van nationale en internationale sterren. Maar in 1975 wordt er besloten over te schakelen op de dj als vaste muziekbron. Toch worden er nog regelmatig optredens verzorgd, niet voor niets een beetje het handelsmerk van de dancing.

Vanaf 1975 wordt Willy Jacobs, huidige zaakvoerder van Rio Club en kleinzoon van oprichter Louis Neeus, full-time dj in Rio. Een job die hij tot in 1990 zal volhouden. Op 15 augustus introduceert Rio Club een nieuwe attractie in het uitgaansleven die tot de dag van vandaag gekend is: de beachparty. Het kerkplein van Sint-Katelijne-Waver werd omgetoverd tot een strand met een zwembad van 10 op 7 meter.

In 1976 spreekt men trouwens niet meer van Dancing Rio, maar van Rio Club. Een grondige verandering van het interieur, waarbij geen vierkante meter hetzelfde bleef, maakt dat de club nog steeds mee kan met zijn tijd. Eerst werd er voor een, in die tijd populair, hoevestijl gekozen, maar vanaf 1979 heerst de glitterstijl. Eén van de bekende attracties van de discotheek wordt dan ook geïntroduceerd: de draaiende dansvloer. De verandering van het interieur wordt voortgezet tot in de jaren '80.

Van 1986 tot 1988 is Rio Club de gastlocatie voor de opnames van Librado, het muziekprogramma van de toenmalige BRT. Een hele resem nationale en internationale sterren komen hun nummers brengen op het podium van Rio Club.

De gele gevel van Rio Club wordt in 1990 finaal afgebroken om plaats te ruimen voor de gevel die nu in de Stationsstraat staat te pronken. Het is één van de opmerkelijkste discotheekgevels van het land en geeft aan welke plaats de club op dat moment in het discotheeklandschap inneemt.

Sinds april 2005 is de Rio Club ook de locatie voor de strafste Afterwork party in de regio: Fun After Work. De deuren openen om 19u00 en sluiten om 01u00. De ideale fris op het werk formule. Kijk voor meer informatie op www.funafterwork.be.

Rio Club stopt op 2 maart 2019 met de wekelijkse opening op zaterdag.
EINDE VAN EEN LEGENDARISCH DANCING 1913 – 2019 (106 JAAR)